Honnepon
Honnepon lag bleek als was
Lang uitgestrekt in ’t groene gras,
Ontdaan van bril en bloemjapon,
Zich bruin te bakken in de zon.
Ik zag een toefje okselhaar…
Oh Honnepon, één nachtje maar,
Ik zou de koning zijn te rijk,
Al zag je bleekgroen als een lijk.