Maandelijks archief: april 2017

Ecce Puer – James Joyce

Voor de wedstrijd Nederland Vertaalt, een samenwerking van Verstegen & Stigter en NRC, gesubsidieerd door het Prins Bernhard Cultuurfonds, had ik een vertaling ingezonden van Ecce Puer, een gedicht van de Ierse schrijver James Joyce (1882-1941). Het oorspronkelijke gedicht is opgenomen in Collected Poems (1936).

Mijn vertaling is niet genomineerd voor de prijzen.

De genomineerde vertalingen zijn hier te vinden.

De titel betekent: Zie het kind, naar analogie van het bekende woord Ecce Homo, zie de mens, dat de Romeinse landvoogd Pontius Pilatus sprak toen hij de gegeselde Jezus met doornenkroon en spotmantel toonde aan een verzamelde Joodse menigte.

Het gedicht beschrijft de ontroering van een vader die zijn slapende kind ziet, die de wonderlijke oorsprong van het nieuwe leven ondergaat, die de wording van een nieuw mens beleeft, maar die tevens beseft dat de komst van het kind zijn vertrek aankondigt.

Het gedicht eindigt met een verwijzing naar het kruiswoord My God, my God, why hast thou forsaken me? – Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? – met dit verschil dat hier de vader verlaten wordt, waarbij de vader tevens gemaand wordt degene die het gevoel van verlatenheid oproept – zijn zoon – te vergeven. Een gedeeltelijke en geraffineerde omkering dus.

Het gedicht werd door Joyce geschreven in 1932 ter gelegenheid van de geboorte van een kleinkind en kort na het overlijden van zijn vader.

James Joyce wordt beschouwd als een van de belangrijkste schrijvers van het Modernisme. Zijn bekendste boek is de roman Ulysses.

Mijn vertaling:

ECCE PUER

Een kind wordt geboren
Uit duistere zee.
Mijn hart wordt verscheurd
Door vreugde en wee.

Zacht in zijn wiegje
Sluimert het leven.
Moge liefde en genâ
Hem uitzicht geven!

Een pril bestaan
Wordt geademd op glas;
De wereld verschijnt
Die eerder niet was.

Daar slaapt nu een kind:
Een grijsaard ten hoon.
O vader, verlaten,
Vergeef je zoon!

Origineel:

ECCE PUER

Of the dark past
A child is born.
With joy and grief
My heart is torn.

Calm in his cradle
The living lies.
May love and mercy
Unclose his eyes!

Young life is breathed
On the glass;
The world that was not
Comes to pass.

A child is sleeping:
An old man gone.
O, father forsaken,
Forgive your son!

Onherhaalbaar – Peter Rühmkorf

Voor de wedstrijd Nederland Vertaalt 2017, een samenwerking van Verstegen & Stigter en NRC, gesubsidieerd door het Prins Bernhard Cultuurfonds, heb ik een vertaling ingezonden van Auf was nur einmal ist, een gedicht van Peter Rühmkorf. Het origineel is afkomstig uit: Haltbar bis Ende 1999 (Hamburg 1979).

Mijn vertaling is niet genomineerd voor de prijzen.

Het gedicht is eigenlijk een evocatie van het geheimzinnige verschijnsel dat je soms geïnspireerd bent, dat je iets maken kunt waarvan je niet wist dat je het in je had. Maar niet nadat eerst de martelende onzekerheid die eraan vooraf gaat, is opgeroepen, natuurlijk.

De genomineerde vertalingen zijn hier te vinden.

Mijn vertaling:

Onherhaalbaar

Voor Heinrich Maria Ledig-Rowohlt

Soms wik je: is dat dan het leven?
Soms weeg je: is dit nu het wezen?
Als je groot bent, is alles al voorbij.
Niets doorleven, vluchtig belezen,
kijk, dat ben jij.

En je denkt misschien: ik ga ten onder,
peilloos diep en gruwelijk – :
Eentje uit de grote hagelhoop,
kleurloos, nauwelijks bijzonder,
kijk, dat ben ik.

Maar dan, plotsklaps, tijdens loos geslenter,
scheurt de schil, komt de getemde pracht pas vrij,
vliegen vonken tussen hoed en schoen:
deze pertinente wending van de route,
deze uithaal naar het abnormale,
in dit onherhaalbaar, onherroepelijk moment:
kijk, dat ben jij.

Origineel:

AUF WAS NUR EINMAL IST

Für Heinrich Maria Ledig-Rowohlt

Manchmal fragt man sich: ist das das Leben?
Manchmal weiß man nicht: ist dies das Wesen?
Wenn du aufwachst, ist die Klappe zu.
Nichts eratmet, alles angelesen,
siehe, das bist du.

Und du denkst vielleicht: ich gehe unter,
bodenlos und fürchterlich –:
Einer aus dem großen Graupelhaufen,
nur um einen kleinen Flicken bunter,
siehe, das bin ich.

Aber dann, aufeinmalso, beim Schlendern,
lockert sich die Dichtung, bricht die Schale,
fliegen Funken zwischen Hut und Schuh:
Dieser ganz bestimmte Schlenker aus der Richtung,
dieser Stich ins Unnormale,
was nur einmal ist und auch nicht umzuändern:
siehe, das bist du.