Ik heb een vraag. De meeste mensen die ik spreek – ik spreek bijna niemand, want het het is corona-tijd – vinden radicaal-rechtse partijen maar niks. En diezelfde mensen vinden de islam vaak ook maar niks.
De islam is een godsdienst – dat is al erg natuurlijk – maar het is bovendien een heel beperkende godsdienst. Het legt ontoelaatbare beperkingen op aan de vrije ontplooiing van de gelovigen en het eist een gehoorzaamheid die ernstig afbreuk doet aan de persoonlijke autonomie.
De islam wil van alles van de mensen, de islam geeft kleding- en gedragsvoorschriften, de islam onderdrukt en mutileert vrouwen, de islam wordt vanuit autocratische buitenlanden gefinancierd (hoe worden de christelijke zending en missie eigenlijk gefinancierd?), de islam slingert luide gebedsoproepen de wijk in vanuit moskeeën die als paddenstoelen uit de grond lijken te rijzen, juist nu de kerkklokken – god zij geloofd en gedankt en geprezen – hun gebeier grotendeels lijken te willen staken, en de islam gaat ten slotte uit van een God wiens bestaan op zichzelf al hoogst onwaarschijnlijk is, wetenschappelijk gezien. Ook mag je niet van je geloof vallen, wat natuurlijk het eerste is wat je zou willen als je in een dergelijk geloof opgroeit.
Veel verschillen zijn er eigenlijk niet binnen de islam. Na enig aandringen komen sommigen nog met soennieten en sjiïeten aanzetten, maar het twistpunt is vanzelfsprekend een betrekkelijk kleine theologische kwestie die uit de begintijd van de islam stamt. Spot is zo goed als verboden, het salafisme rukt op, de moslimbroederschap is, in weerwil van de naam, een heel sinister genootschap, de meeste moslims willen volgens de Leidse rechtenfaculteit dat de sharia wordt ingevoerd, en er zou wel wat meer weerstand in eigen kring mogen bestaan tegen de neiging van jonge moslimmannen om terroristische aanslagen te plegen.
Dan nu mijn vraag: hoe weten al die mensen die ik niet spreek dit allemaal?
Ik zal mijn verwondering een beetje toelichten. Het is mijn ervaring dat de meeste mensen niet veel weten van het christendom. De doorsnee Nederlander kan niet vertellen wat er gevierd wordt op Goede Vrijdag of Pasen of Pinksteren. De meesten van ons kunnen geen protestant van een katholiek onderscheiden, laat staan dat ze enig benul hebben van wat bevindelijke protestanten eigenlijk zijn, en in welke kerkgenootschappen je dat soort exotische figuren aantreft.
Als er op televisie een onderwerp wordt besproken dat heel in de verte iets met het christendom te maken heeft – het liefst een misbruikschandaal – dan brengen de programmamakers in het zwart geklede figuren met hoedjes op in beeld, vaak enorm grote gezinnen die in dociele gehoorzaamheid naar de kerk wandelen waar ze met een tergend laag tempo uit volle borst uiterst sombere psalmen meezingen. En soms wordt er misschien zelfs een heuse katholieke geestelijke geïnterviewd, vooral nadat deze een boekje open heeft gedaan over zijn pornoverslaving en darkroom-bezoek. En een hoogst enkele keer tref je op de televisie een katholiek aan die het celibaat verdedigt en seksuele onthouding goed vindt passen bij de priesterroeping. Talkshowhost en publiek kunnen hun lachen bijna niet inhouden.
De doorsnee Nederlander weet bar weinig van het christendom.
Maar hoe weten diezelfde mensen dan wel hoe het met de islam zit?
De meeste mensen komen in de praktijk waarschijnlijk niet zo vaak een moslim tegen, en als ze bij toeval wel een moslim tegenkomen, en ze zoeken een keertje geen dekking, dan blijkt die moslim meestal allerhartelijkst te wezen. Zelfs is het zo dat je, zodra je enigszins met ze in contact komt en respect toont, spontaan wordt uitgenodigd om het Suikerfeest mee te vieren, en dan mag je ook echt helemaal meedoen. Het eten dat bij die gelegenheid geserveerd wordt is niet alleen overheerlijk maar ook allerovervloedigst. Op het punt van de gastronomische geneugten moeten we eerlijk toegeven dat we van de islam nog wat kunnen leren. Het Turkse winkeltje is ook best aardig.
Maar dat zijn slechts incidentele belevenissen.
Er is natuurlijk ook nog zoiets als intellectuele nieuwsgierigheid, een zeldzame geestelijke afwijking die gelukkig bijna geheel is uitgestorven. Ik betrap zelden of nooit een medemens met een koran op schoot. Vertalingen hebben immers toch geen gezag. En geen niet-moslim peinst erover om zich in de islamitische theologie te verdiepen. Geen van de mensen die ik niet spreek is in staat om de vijf zuilen van de islam op te noemen.
Het is overigens heel erg jammer dat die moslims onze waarden niet delen, en met waarden bedoel ik natuurlijk het recht om te beledigen, de VvMU, de enige waarde die er werkelijk toe doet, en die de Vrijheid van Godsdienst gerust kan vervangen, zelfs beter, want godsdienst is een mening als alle andere. En artikel 23 van de Grondwet die kwezels het recht geeft om het onderwijs naar eigen smaak en inzicht in te richten, moet uiteraard zo snel mogelijk worden afgeschaft.
Het is heel raadselachtig allemaal. Wat de islam is weten de mensen niet, maar dat de islam niet deugt, dat weten ze heel zeker.