Ter gelegenheid van de 19e Willem Wilmink Dichtwedstrijd had ik een gedicht met de titel Capriccio ingezonden. De opdracht was om een door Ingmar Heytze opgegeven regel in het gedicht te verwerken. Deze regel luidde: Alles is meteen zo veel. Voor het overige was de verzenmaker vrij.
Het gedicht is overigens niet in de prijzen gevallen.
Capriccio
Alles is meteen zoveel machtiger als je het opblaast,
Laaiender als de zon schijnt,
Dromeriger in de hooitijd,
Bedrieglijker als je jong bent.Ik volgde haar deinende heupen in Madame Tussauds.
Alles is heviger als je geketend wordt,
Als je haar silhouet bevend ziet rijmen,
Als je denkt dat je haar levend kust.In maten en kleuren is Alles te koop.
Zingend dansen ze op het scherm,
Jonge mensen, spontaan en fris.
Geluk wiegt geurend in een flacon.“Van verzen word je niet rijk”, zingen ze,
“Je kunt beter wat anders gaan doen.”
Kan me niks schelen; ik wil altijd Alles
Omhelzen, de wereld op stelten zetten.Scheepmaker schreef Over Alles –
De kip van Egypte, voetbal, samizdat,
“Ik ben het moe een mens te zijn” –
Dwars tegen wijze adviezen in.Soms droom ik dat ik Alles ben,
Een luchtbel met een glans van mystiek.
“Omnia vanitas”, zegt de Prediker.
En het wordt niet snel licht.Men spreekt wel van ‘Alleskunners’.
Ik zal vermoedelijk niet dol op ze zijn,
Maar ik heb, als wijlen Szymborska, gemakkelijk praten:
Ik ken er niet één.Wie Alles kan, schrijft geen gedichten.
De goddelijke komedie trekt een select publiek:
Wilmink, Mandelstam, de Beatrijs,
Montale, Auden, Focquenbroch!Christus wilde Alles verlossen,
Een alleszins vermetele poging die thans evenwel
Als minder geslaagd wordt beschouwd:
“Alles is meteen zo veel.”Alles is een betovering.
Wie haar met ontroering aanziet, stamelend aanspreekt,
Lokkend meevoert, looft en dartel omhelst,
Danst een verrukkelijke, capricieuze dans.