Tagarchief: Blinde gehoorzaamheid

Victor Kal – De list van Spinoza – 4

Dit is het vierde deel van een beschouwing over het werk van Victor Kal

  1. Enkele gedachten over het werk van de filosoof Victor Kal (link)
  2. Wie was Spinoza (link)
  3. De Spinoza-receptie in Nederland (link)
  4. Victor Kal en De list van Spinoza
  5. Gelijkschakeling (link)
  6. Kals levensbeschouwelijke positie (link)
  7. Theocratie en Democratie (link)
  8. De rehabilitatie van de schuld (link)
  9. De list van Spinoza (link)
  10. Besluit (link)
  11. Geraadpleegde literatuur (link)

4. Victor Kal en De list van Spinoza

Victor Kal

Een paar woorden ter introductie van Victor Kal en De list van Spinoza.

Victor Kal is als docent filosofie verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, Faculteit der Geesteswetenschappen, Capaciteitsgroep Philosophical Tradition in Context. De link geeft ook een publicatielijst.

Ik maakte voor het eerst kennis met hem door middel van dit filmpje. Kal bekritiseert daarin wat Arnon Grunberg onder de titel Blinde gehoorzaamheid had betoogd in de Abraham Kuyper-lezing 2020. Grunberg had gesproken over Kierkegaard en diens boek Vrees en Beven. In dat boek geeft Kierkegaard een interpretatie van het bijbelse verhaal van Abraham die op weg ging om zijn zoon Izaäk te offeren. In die geschiedenis uit de Thora – in het boek Genesis – werd het vertrouwen van Abraham in de door God gedane belofte van een nieuw land en een talrijk volk zwaar op de proef gesteld.

Die beproeving ging als volgt: Abraham moest kiezen of hij zijn zoon, drager van de belofte, wilde offeren. Hij koos ervoor om dat offer daadwerkelijk te brengen. Dat offer ging na goddelijk ingrijpen op de valreep niet door. Maar door met Izaäk op weg te gaan en alles voor het offer in gereedheid te brengen, inclusief het geheven mes, had Abraham wel de beproeving doorstaan – hij had zonder waarborg zijn toekomst op huiveringwekkende wijze uit handen gegeven, en daarmee ontving hij, in de gestalte van de levende Izaäk, zijn toekomst terug uit handen van God.

Ik herinner me nog uit mijn jeugd een zin die letterlijk voorkomt in de bijbelvertaling uit 1951 (NBG51). Abraham gaat de berg op met zijn zoon Izaäk om hem te offeren – Izaäk weet van niets! – en dan staat er: “Zo gingen die beiden tezamen.” De rillingen liepen mij over de rug. Kierkegaard spreekt niet zonder reden in dit verband van ‘huivering’.

Overigens kan ik me niet herinneren ooit een Kierkegaardiaanse duiding van de kansel te hebben vernomen.

Arnon Grunberg

Op Grunbergs lezing mocht Kal reageren als coreferent. Hij concludeerde op een beschaafde en sympathieke manier dat Grunberg er niet in geslaagd was tot deze Thora-geschiedenis door te dringen, en evenmin tot de zinrijke interpretatie die Kierkegaard aan die geschiedenis gaf, mede omdat hij de specifieke aard van het offer had miskend. Kal wees Grunberg erop dat het verhaal behalve een letterlijke interpretatie – de buitenkant van het mes – ook een andere interpretatie nodig had – de binnenkant van het mes – en dat het niet aanging om Abraham als een ontaarde en gewetenloze vader af te schilderen.

In het gesprek dat Kal en Grunberg naderhand hadden, bleef Kal heel goed overeind; Grunberg was ook hogelijk geïnteresseerd in Kals opvatting en de implicaties ervan.

Voor een aantal publicaties van Kal kunt u de literatuurlijst raadplegen. Ik zal proberen in de afleveringen die hierna komen enkele kernbegrippen uit een paar van die publicaties van Victor Kal beknopt te beschrijven.

Kal is opgegroeid in de Achterhoek in een gereformeerd milieu. Hij brak daarmee toen zijn vader overleed. Na een zoektocht – katholieken, protestanten, antroposofen (Zutphen) – sloot hij zich aan bij een joodse gemeenschap in Amsterdam.

Ten slotte citeer ik een accuraat stukje van de achterflap van De List van Spinoza:

In De list van Spinoza laat filosoof Victor Kal zien dat woorden als ‘vrijheid’ en ‘democratie’ voor Spinoza inderdaad belangrijk zijn, maar in een heel andere richting wijzen dan men meestal denkt. Aan de hand van citaten uit het Theologisch-politiek tractaat bewijst Kal dat Spinoza in dit werk met buitengewoon vernuft een ‘religie’ ontwerpt, in feite een staatsideologie, om het volk daarin met list en bedrog op te sluiten. Stap voor stap maakt Kal de grote ‘gelijkschakeling’ zichtbaar waarvan Spinoza denkt dat je die nodig hebt met het oog op de eenheid van de samenleving. Het ontwerp en de strategie van Spinoza zijn heden aan de orde van de dag, en dat wereldwijd.