Over wraak – Louise Glück

Louise Glück (Photograph: Webb Chapell)

Mijn vorige toevoeging aan deze website was het titelessay uit de bundel American Originality. Essays on Poetry (2017) van Louise Glück, Amerikaans dichter en Nobelprijswinnaar voor de literatuur in 2020.

Ook dit is een korte beschouwing uit datzelfde boek: On Revenge, p.167-170.

Het beschrijft de rol die wraakzucht heeft gespeeld in haar leven, en het heeft een verbijsterend effect op de lezer door de – vermoed ik – genadeloze eerlijkheid waarmee ze beschrijft hoezeer ze werd gedreven door gevoelens van vernedering, krenking, miskenning en gekwetstheid.

Willem Frederik Hermans – voor wie wraakzucht ook een blijvend motief was – verschijnt hiernaast als een kleine jongen. Het verschil is wel dat Glück bij het klimmen van de jaren de wraakzucht voelde verminderen.

Deze tekst werpt ook een bijzonder licht op het gedicht Dead End van Louise Glück – door mij vertaald als ‘Dood spoor’ – waarin een scheiding wordt beschreven. Daarin komt de navrante en lucide zin voor: Staying was my way of hitting back.

Hier kunt u de originele tekst downloaden (helaas in een matige fotokwaliteit):

En hier kunt u desgewenst mijn vertaling downloaden:

Vertaling:

Over wraak

Louise Glück, 2013

American Originality. Essays on Poetry, p.167-170

Toen ik een kind was, was ik enorm gevoelig voor krenking. Mijn definitie van krenking was net zo ruim als mijn gevoeligheid diep was. Ik vertrouw mijn herinnering op dit punt, omdat het kind dat ik beschrijf zo nauwkeurig overeenkomt met de volwassene die eruit tevoorschijn kwam. Ik bezat toen ook, net als nu, een onverzettelijke trots, was niet genegen om te laten zien dat ik gekwetst was of iets nodig had. Hoogmoed bepaalde mijn gedrag. Deze sloot destijds voor mij alle vertoon van boosheid uit (dat liet vanzelfsprekend zien dat je terug wou slaan – door krenking of kwetsing toe te geven, gaf je – zo meende ik – de kwelgeest een gevoel van voldoening). Boosheid was het vloeien van bloed dat bewees dat de pijl doel had getroffen. Morele of ethische boosheid (van het soort dat opgewekt werd door concentratiekampen) was uitgezonderd van deze remmingen. Maar deze kampen, of soortgelijke brandpunten, wekten eerder ontzetting dan woede. Er leefde, als ik mag afgaan op mijn enorme catalogus van krenkingen en op de ijzige, theatrale minachting waarmee ik mezelf beschermde, een enorme onderdrukte woede in mij.

Het is daarom nauwelijks verrassend te noemen dat mijn fantasiewereld grotendeels bestond uit dromen waarin ik verheven triomfen vierde. Geen van deze fantasieën nodigden uit tot de daad. Mijn wraakfantasieën berustten op een minachting voor de daad, voor elke manifeste inspanning. Schade ontstond zonder enige zichtbare handeling van mijn kant en bleef alsmaar en eeuwigdurend doorgaan: de drang om te verwonden, of – zoals in de boeken die ik las –  te vermoorden, toonde alleen maar de ontoereikendheid van het Ik, op dezelfde manier als de daad het bestaan van gekwetstheid bewees. Mijn idee van wraak was om aan te tonen dat ik niet was gekwetst, of dat ik van de kwetsing iets aantrekkelijks had weten te maken, iets wat ik (zoals mijn fantasieën steeds weer lieten zien) op mysterieuze wijze had weten te transformeren in iets heel jaloersmakends. Mijn droom was om jaloezie op te wekken: voor mijn wraakvoorstelling was het van belang dat het doelwit besefte wat er plaatsvond en dat het bij volle bewustzijn was.

Doorgaans dacht ik na over de gedichten die ik wou schrijven. In mijn verbeelding zouden deze gedichten van een grootheid zijn die, in de vorm van drommen lezers, alom bewondering afdwongen, waarbij het enige meningsverschil zou gelegen zijn in de wijze waarop deze grootheid werd beschreven of vastgesteld. Op enig moment drong het tot me door dat zo’n reactie nooit, op geen enkel moment in de literatuurgeschiedenis, was voorgekomen. Maar ik bleef het gevoel houden dat het zou gebeuren, zou moeten gebeuren, omdat mijn eigen respons op de literatuur die ik bewonderde zo intens en zo absoluut was. Op zulke momenten baadde ik in een zee van verering, wat me heel iets anders leek dan een oordeel vellen (het laatste was breedsprakig, het eerste ‘als door stomheid geslagen’). Ik voelde mijzelf in de nabijheid van een onbetwistbare waarheid of universele wet. Merkwaardig genoeg werd ik niet uitgeschakeld door deze verering, iets wat ik wel verwachtte van mijn fantasie-vijanden. In hen zou verering samengaan met gevoelens van akelige schaamte, een besef van tekortkomingen die nooit meer ongedaan konden worden gemaakt, een notie van eigen gebreken en misvattingen. In mijn wraakfantasieën werden mijn tegenstanders toegerust met een goed ontwikkeld literair onderscheidingsvermogen; zij straften zichzelf terwijl ik in alle eenvoud op een geheel transcendente wijze existeerde.

Dit scenario was tot op zekere hoogte altijd aanwezig in mijn voorstellingswereld. Het werd mijn vaste reactie op alle mislukkingen in mijn publieke en persoonlijke leven, als men mij hoonde, mij bedroog, maar ook op aanzienlijk kleinere voorvallen en ergernissen die zulke fantasieën absoluut niet konden rechtvaardigen. Maar ze waren niet alleen een balsem. Ze waren ook brandstof. Ze voedden een bestaand verlangen om poëzie te schrijven, waarbij dat verlangen werd omgezet in een prangende ambitie. Ze konden de inspiratie niet vervangen, ze konden deze niet met valse trucjes tot bestaan dwingen, maar ze vulden de inspiratie aan met een stuwend besef van doelgerichtheid en noodzaak; ze brachten me tot leven wanneer ik maar al te gemakkelijk verlamd had kunnen raken. Het was gedurende een groot aantal jaren hoogst aangenaam om langzaam zich de kalmpjes ontvouwende wraak te zien opdoemen, met zijn rechtvaardige en glorieuze omkeringen van vigerende inzichten en machtsrelaties.

Essentieel voor deze fantasieën was de aanname van een ruim bemeten of uitdijende tijd waarin de afstand tussen het aanwezige vernederde Ik en het triomferende innerlijke Ik kon worden overbrugd. De taal van de wraak bediende zich uitsluitend van de toekomende tijd: ze zullen het leren, het zal ze spijten, enzovoort. Omdat tijd altijd bedreigd leek te worden, of niet voldoende leverbaar, verwachtte ik niet dat leeftijd invloed zou hebben op wat in mijn fantasieën een theoretische houding moet zijn geweest. En toch veranderde er iets. De fantasieën verdwenen, en daarmee ook de immense vloedgolven van energie en doorzettingsvermogen.

Dat je de leeftijd bereikt waarop, in alle denkbare betekenissen, de tijd waarschijnlijk kort is (of in elk geval snel afneemt), maakt het permanente gevoel dat je hoogst onrechtvaardig of voortijdig afgesneden wordt, toch wel anders. Als aanvulling op dat gevoel van een uitdijende tijd vereisten mijn fantasieën dat mijn tegenstanders onveranderlijk bleven, stabiel, bevroren in mijn oneindige toekomst: de persoon die spoedig zou worden vermorzeld door mijn virtuositeit en geestelijke diepzinnigheden moest identiek zijn aan de persoon die op het punt stond een voorwerp naar me toe te gooien. Maar mijn rivalen en critici zijn, net als mijn vrienden en collega’s, allemaal gezuiverd en gegeseld door de tijd. Medelijden en meegevoel hebben de wraakzucht doen afnemen, of het vervangen door een besef van collectieve (in tegenstelling tot opgelegde) ervaring, waarmee een onverwachte mildheid en welwillendheid in de plaats kwam van mijn vroegere hardvochtigheid en agressie. Deze verschuivingen hebben de fixatie op nieuwe mikpunten veel minder actief gemaakt – nog wel haatdragend, maar niet meer in staat om werkelijk energie los te maken.

Soms mis ik ze, deze onveranderlijke vijanden en de krachten die ze mij verleenden, net als de mythe van de genereuze tijd dat het vlotje van het Ik waarschijnlijk decennialang zou kunnen dragen. Maar mijn fascinatie met dit onderwerp is nu eerder pragmatisch en zorgelijk: hoe zorg ik ervoor dat de energie beschikbaar blijft die mijn leven lang gevoed werd door de zucht naar wraak.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s