Er zit een wild konijntje op het gras.
De wildernis is nu een voederbak.
De vrijheid groeit voortreffelijk in een kas.
Beschaving is vergeten wie je was.
Je zorgde dat het jou aan niets ontbrak.
Er zit een wild konijntje op het gras.
Vergeefs zijn alle boeken die je las.
Natuur sterft meestal in gehakketak.
De vrijheid groeit voortreffelijk in een kas.
We produceren zuiver blauwzuurgas.
Een meubelzaak ontwierp de ballenbak.
Er zit een wild konijntje op het gras.
Rousseau verheerlijkte de wildebras.
De schedel is een diamanten dak.
De vrijheid groeit voortreffelijk in een kas.
Plafonds zijn dikwijls voor wie streeft van glas.
Lof zij de authentieke schobbejak.
Er zit een wild konijntje op het gras.
De vrijheid groeit voortreffelijk in een kas.
(Eigen werk)