Spoorwegkinderen – Seamus Heaney

Seamus_Heaney_Photograph_Edit

Seamus Heaney (Bron)

Seamus Heaney (1939-2013) was een Noord-Iers dichter die veelal in Dublin woonde, die een tijdlang in Amerika werkte als hoogleraar, en die in 1995 de Nobelprijs voor literatuur ontving. Hij schreef ook voor toneel en was vertaler. Zijn voornaam rijmt op ‘famous’.

Heaney kwam uit een groot gezin, en zijn vader was boer. Je kunt aan dit gedicht merken dat hij gewend was aan ‘buiten spelen’, dat de vanzelfsprekendheid van rijkdom en luxe hem niet van kindsbeen aan bekend was. Ik stel dat – als tuinderszoon die geboren werd in de jaren ’60 en die sindsdien met toenemende welvaart te maken kreeg – met enig plezier vast.

Hij was bevriend met Joseph Brodsky, een Russische dichter en Nobelprijs-winnaar, en schreef over hem een treffende en roerende necrologie.

Het gedicht gaat over kinderen die het talud langs de spoorweg beklimmen. De titel lijkt te verwijzen naar Railway Children (1906) van Edith Nesbit.

Het gedicht maakt voelbaar hoe jonge kinderen, ondanks hun overweldigende gevoel van nietigheid, kunnen opgaan in iets dat veel groter is dan zijzelf.

Het ‘oog van de naald’ in de slotregel is een verwijzing naar de uitspraak van Jezus dat het gemakkelijker is dat een kameel gaat door het oog van een naald dan dat een rijke het Koninkrijk Gods binnen gaat. Deze uitspraak van Jezus wordt in de gangbare bijbelvertalingen letterlijk vertaald. Waarschijnlijk wordt met ‘kameel’ een ‘dromedaris’ bedoeld, en met ‘oog van een naald’ een nevenpoortje van de hoofdpoort, een doorgang die veel te laag was voor een passerende dromedaris.

[Ik las onlangs een blogbijdrage van de oudheidkundige Jona Lendering dat het idee van dat nevenpoortje ter verklaring van die beeldspraak een dwaling is die uit de koker komt van Amerikaanse evangelicalen. Helemaal overtuigd ben ik nog niet, want het verklaart wel een toch vrij buitenissige beeldspraak.

Maar buitenissigheid kan bij beeldspraak natuurlijk altijd optreden. ‘Dat slaat als een tang op een varken’ werd een uitdrukking, juist omdat het buitenissig is.

Om reden dat Lendering geen filologische argumenten geeft en het in dit verband uitsluitend heeft over het goedpraten van ‘rijkdom’, twijfel ik nog een beetje. Maar misschien heeft hij gewoon gelijk, en deugt bovenstaande bewering niet.]

Het gedicht Railway Children, voorgedragen door Heaney zelf, kunt u hier beluisteren. Het gedicht is al eerder vertaald in het Nederlands, onder anderen door Cees Buddingh’, zie hier.

Vertaling:

Spoorwegkinderen

Toen we de helling van de tunnelbak beklommen
stonden we oog in oog met de witte knoppen
van de bovenleidingen, met hun gonzende draden.

Als een dansend handschrift golfden ze verder,
mijlenver oostwaarts en westwaarts,
doorzakkend onder de last van hun zwaluwen.

We waren klein, we dachten niet dat we iets wisten
dat van belang was. We dachten dat woorden reisden
langs draden, in de zakjes van regendruppels,

vervuld en verzadigd met een hemels
licht, met de glans van lijnen, en wij, we waren
daarnaast zo oneindig nietig

dat we konden glijden door het oog van een naald.

Origineel:

The Railway Children

When we climbed the slopes of the cutting
We were eye-level with the white cups
Of the telegraph poles and the sizzling wires.

Like lovely freehand they curved for miles
East and miles west beyond us, sagging
Under their burden of swallows.

We were small and thought we knew nothing
Worth knowing. We thought words travelled the wires
In the shiny pouches of raindrops,

Each one seeded full with the light
Of the sky, the gleam of the lines, and ourselves
So infinitesimally scaled

We could stream through the eye of a needle.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s