Een koude kade
Herstellen doen wij niks; wij halen neer.
Toen schiepen wij de vorm van Gods genade.
Wat mij belaagt, is dat wat ik begeer.De liefde bleek ludiek geslachtsverkeer.
Vaak hebben wij elkaar voorgoed verraden.
Herstellen doen wij niks; wij halen neer.Hoe goedertieren Hij ook was als Heer,
Zijn lijk stond op uit een betwiste wade.
Wat mij belaagt, is dat wat ik begeer.De dood bleef ons ontglippen, telkens weer.
Er blijft emplooi voor de verroeste spade.
Herstellen doen wij niks; wij halen neer.Wat Hij gezegd had, stolde tot een leer.
Wij maken nieuw, betreden verse paden.
Wat mij belaagt, is dat wat ik begeer.Hij kwam van ver en daalde tweemaal neer.
Wij staan te staren op een koude kade.
Herstellen doen wij niks; wij halen neer.
Wat mij belaagt, is dat wat ik begeer.
(eigen werk)