De heks
De heks zat blakend voor de microfoon.
Haar rode sjaaltje hing een beetje scheef.
Ze sprak op een verleidelijke toon.Ze weet niet, overwoog ik, waar ik woon.
Het was alsof het parfum overdreef.
De heks zat blakend voor de microfoon.Haar broche leek sprekend op een anemoon,
Waaraan mijn blik steeds haken bleef.
Ze sprak op een verleidelijke toon.Haar borsten dansten lichtelijk asynchroon.
‘k Begon te vrezen dat ik iets misdreef.
De heks zat blakend voor de microfoon.Mijn ouders hielden innig van hun zoon.
Het is geen wonder dat ik verzen schreef.
Ze sprak op een verleidelijke toon.Voorzichtig kom ik uit mijn comfort zone,
En als ik mij ten slotte aan haar geef,
Zie ik haar blakend voor de microfoon.
Ze sprak op een verleidelijke toon.
(Eigen werk)