Schapen zoeken op de maan
Schapen zoeken op de maan naar water.
Het veer glijdt zacht over de doodsrivier.
De wespen doen zich hier te goed aan bier.
Successen komen nu, of nooit, of later.De godsdienststichter stortte in een krater.
Een witte eenhoorn danste van plezier.
De tederheden dwalen op papier,
Je ziet het misschien niet, maar toch, het staat er.Ik ben, weet ik, geen man van bacchanalen,
Geen god meer die triomfen viert in bed,
Al trek ik in gedachten volle zalen,En schrijf ik vlijtig voort aan dit sonnet.
Ze kunnen desgewenst me komen halen:
‘k Woon driehoog achter, in een serviceflat.
(Eigen werk)
Ik had dit gedicht ingezonden voor de Turing Gedichtenwedstrijd 2018. Er waren ongeveer 7000 inzendingen. De beoordeling vond in een aantal ronden plaats. Mijn gedicht was doorgedrongen tot de tweede ronde waarin nog 1000 gedichten over waren gebleven. Elk van deze 1000 gedichten ontving een beknopt juryrapport. Mijn rapport luidde:
Pittig, prettig gedicht. De onverwachte beelden en contrasten intrigeren meteen. Het rijm sluipt handig binnen, zonder al te veel nadrukkelijkheid. In de eerste en tweede strofe zwermt het sonnet vele kanten op, wat een zekere vaagheid teweegbrengt. Na de volta wordt het persoonlijker en duidelijker, maar tevens eenduidiger. Het gedicht zwakt af naar het einde toe. Desalniettemin getuigt het sonnet van vakmanschap.