De Franse dichter Charles Baudelaire (1821-1867) schreef prachtige gedichten, onder andere in zijn beroemdste bundel Les Fleurs du mal (1857) – De Bloemen van het kwaad.
Zijn werk heeft kenmerken van romantiek en decadentie. Baudelaire is een van de dichters die werd opgenomen in de door Paul Verlaine samengestelde bloemlezing Les poètes maudits (1884).
Het gedicht behoeft weinig toelichting. Het gaat over de liefde die de eenzame mens – dat wil hier zeggen: de mens die zich wijdt aan hartstochten die het grote publiek vreemd zijn – voelt voor de kat die, net als hijzelf, gewoon zijn gang gaat, in zijn nachtelijke onderzoekingen, in zijn liefdesleven, en die daarbij geen applaus nodig heeft. De kat wordt wel als een symbool van wellust beschouwd.
Het lijkt een heel onschuldig gedicht. Toch sprak Baudelaire van ‘De Bloemen van het kwaad’. Dat er kwaad zou kunnen schuilen in dit gedicht, is voor ons moderne besef misschien moeilijk na te voelen. Je kunt het alleen begrijpen, denk ik, als je beseft hoezeer Baudelaire destijds afweek van een manier van denken die meer op de gemeenschap was gericht dan op het individu.
De gelijke behandeling die de lichamelijke liefde en de geleerdheid – wellust en wetenschap – ten deel vallen, zal in de 19e eeuw mogelijk wel als enigszins schokkend zijn ervaren. Misschien voor sommige lezers nog steeds wel, al zullen zulke lezers tegenwoordig eerder de uitzondering dan de regel vormen.
Erebos is de god van de duisternis, een van de Griekse oergoden, een directe nakomeling van Chaos.
Het gedicht is een een sonnet, geschreven in niet altijd regelmatige, maar wel een ritmisch mooi lopende jambische zesvoet, die soms de vorm aanneemt van de Franse alexandrijn (met een cesuur, een ‘pauze’, tussen de eerste zes en de laatste zes of zeven lettergrepen). Ik heb dat metrum zo goed mogelijk nagevolgd, soms met een extra lettergreep.
Ik heb een paar keer een halfrijm toegepast waar in het origineel een volrijm werd gebruikt.
Een aantal Engelse vertalingen van dit gedicht, kunt u hier raadplegen.
Voorafgaand aan de vertaling zelf, kunt u hieronder eerst een geluidsopname van de vertaling beluisteren. Ik heb deze opname zelf ingesproken.
Vertaling:
Katten
Alle vurige minnaars en strenge geleerden,
ze houden steeds, ook bij het klimmen der jaren,
van katten, de trots van het huis, ferme aaibare
dieren, altijd honkvast, net als zij zich beheersend.Verknocht aan wellust en aan wetenschap,
kunnen ze zwarte huiver en stilte verdragen;
Erebos wou hen spannen voor zijn dodenwagens;
hun trots bleek echter een te grote handicap.Ze menen, met hun adellijk air, sfinxen te zijn,
die lijken te slapen in een droom zonder eind,
zich plooiend in de ruimte van een eenzame nacht;hun vruchtbare lendenen zijn vol magische vonken,
spikkels van goud, ragfijne korreltjes zand, die zacht
hun mystieke pupillen als sterren doen flonkeren.
Origineel:
Les Chats
Les amoureux fervents et les savants austères
Aiment également, dans leur mûre saison,
Les chats puissants et doux, orgueil de la maison,
Qui comme eux sont frileux et comme eux sédentaires.Amis de la science et de la volupté,
Ils cherchent le silence et l’horreur des ténèbres;
L’Érèbe les eût pris pour ses coursiers funèbres,
S’ils pouvaient au servage incliner leur fierté.Ils prennent en songeant les nobles attitudes
Des grands sphinx allongés au fond des solitudes,
Qui semblent s’endormir dans un rêve sans fin;Leurs reins féconds sont pleins d’étincelles magiques,
Et des parcelles d’or, ainsi qu’un sable fin,
Etoilent vaguement leurs prunelles mystiques.
Pingback: De mens en de zee – Charles Baudelaire | The Hidden Law