Tagarchief: Griekse mythologie

Leda en de zwaan – William Butler Yeats

William Butler Yeats (1865-1939) is een Ierse dichter en toneelschrijver, een van de grootste engelstalige schrijvers van de twintigste eeuw. In 1923 kreeg hij de Nobelprijs voor literatuur.

Yeats groeide op als een lid van de protestantse Ierse elite, al had zijn vader zich in dat milieu tot vrijdenker ontwikkeld, maar hij nam daar afstand van, en hij ontwikkelde zich gaandeweg tot een man met grote belangstelling voor mystieke, esoterische en soms zelfs occulte onderwerpen. Deze onderwerpen kwamen zijn verbeeldingskracht zeker ten goede. Al in 1887 werd hij lid van Madame Blavatsky’s Loge van de Theosofische Vereniging in Londen en in 1900 werd hij voorzitter van de Londense loge van de Hermetic Order of the Golden Dawn. Hij ontwierp een ‘filosofisch’ systeem, neergelegd in zijn boek A vision (1925), waarin hij uiteenzet hoe mensen verschillen wat hun karakter betreft, hoe de menselijke levensloop zich uit dat karakter ontwikkelt, en hoe op grond daarvan vervolgens de gehele mensheid zich ontwikkelt.

De voorgaande alinea heb ik grotendeels ontleend aan het voorwoord dat de schrijver en dichter Jan Eijkelboom (1926–2008) schreef bij een tweetalige bundel met Yeats-gedichten: W.B.Yeats, Geef nooit het hele hart (vert. A. Roland Holst en J. Eijkelboom), Utrecht: Kwadraat 1985. In die bundel staat ook een vertaling van het onderhavige gedicht – Leda and the Swan – door Adriaan Roland Holst.

Het slot van dat voorwoord luidt:

“In zijn gedicht A. Roland Holst citeert de Ierse dichter Desmond O’Grady een oude vriend, die Roland Holst ‘een kardinaal noemde in de kerk van W.B. Yeats’.

Zelf behoor ik natuurlijk niet tot die hoge geestelijkheid. Maar men kan heel wel onder de indruk zijn van een kathedraal, zonder dat men gelooft aan de hocus-pocus, of mumbo-jumbo, welke onder die hoge gewelven bedreven wordt.”

Ik vind het wel grappig dat Eijkelboom in dat voorwoord zo nadrukkelijk afstand neemt van Yeats’ visioenen. Hij doet dat met een redenering die je bij alle cultuurchristenen aantreft. In onze tijd zou hij – de redelijkheid zelve – waarschijnlijk weer nadrukkelijk afstand nemen van de UFO’s van Lieke Marsman.

Het vertaalde gedicht – Leda and the Swan – van William Butler Yeats is gebaseerd op een bekende Griekse mythe. Zeus begeerde Leda, vermomde zich als een zwaan en overweldigde haar. Als gevolg daarvan kreeg ze een aantal kinderen, twee van Zeus en twee van haar eigen echtgenoot, onder wie Helena die de aanstichtster werd van de Trojaanse Oorlog, waar uiteindelijk ook de dood van Agamemnon uit voortkwam. In de derde strofe worden de gevolgen van de overweldiging beschreven: de ineengestorte muur, de branden, de dood van Agamemnon.

Het gedicht is een sonnet met een redelijk vast rijmschema. De regels zijn hoofdzakelijk geschreven in een jambische vijfvoet.

Na vertaling en origineel geef ik ook nog de vertalingen van Roland Holst en Paul Claes.


Geluidsopname

Geluidsopname van de vertaling – Arie Sonneveld

Vertaling

Leda en de zwaan

Pats-boem: grote vleugels klapwieken nog na
Boven het wankelend meisje, zwemvliezen dorsten
Naar streling van dijen, haar nek in z’n snavel gevat,
En gedrukt aan zijn borst haar hulpeloze borsten.

Hoe konden haar vingers, onthutst en verward,
Van haar zwichtende dijen de vederpracht weren?
En wat kan vlees, verzonken in die witte drift,
Nog doen dan ‘t kloppen voelen van dit vreemde hart?

Een schok in de lendenen verwekt voorgoed
Een muur in puin, het vuur in dak en toren
En Agamemnon dood.
                                          Kon ze ook zien,
Zo overmand door redeloos, wervelend bloed,
Dat zijn kennis en macht bijeen zouden horen,
Voordat de koude snavel haar weer vallen liet?


Origineel

Leda and the Swan

A sudden blow: the great wings beating still
Above the staggering girl, her thighs caressed
By the dark webs, her nape caught in his bill,
He holds her helpless breast upon his breast.

How can those terrified vague fingers push
The feathered glory from her loosening thighs?
And how can body, laid in that white rush,
But feel the strange heart beating where it lies?

A shudder in the loins engenders there
The broken wall, the burning roof and tower
And Agamemnon dead.
                                           Being so caught up,
So mastered by the brute blood of the air,
Did she put on his knowledge with his power
Before the indifferent beak could let her drop?


Vertaling Adriaan Roland Holst


Vertaling Paul Claes