Tagarchief: Een graf dat ik niet bezocht

Een graf dat ik niet bezocht – R.S. Thomas

R S Thomas[4]

R.S. Thomas (herkomst)

De dichter R.S. Thomas hield erg van de Deense filosoof Søren Kierkegaard, de existentialistische filosooof, theoloog en cultuurcriticus. Dit gedicht gaat niet over Kierkegaards graf, al neemt het in de verbeelding dat graf als vertrekpunt, maar over diens geestelijke nalatenschap.

Het oorspronkelijke gedicht is afkomstig uit de bundel: Not That He Brought Flowers (1968), en werd opgenomen in Collected Poems 1945-1990, p. 183.

Er zijn opvallende overeenkomsten tussen Kierkegaard en Thomas. Beiden hadden een afstandelijke relatie tot hun vader en tot hun God; beiden voelden zich vreemdelingen in hun tijd en in hun land; beiden waren filosofisch en theologisch geïnteresseerd; beiden waren religieus en geloofden dat kunst en religie bij elkaar hoorden, en ten slotte: beiden waren er met heel hun wezen op gericht om hun gedachten en levensbesef tot uitdrukking te brengen in een overrompelende taal.1

De verwijzing naar het Lucas-evangelie heeft betrekking op de openingsverzen van Lucas 24.2

Vertaling:

Een graf dat ik niet bezocht

Er zijn plaatsen waar ik nooit ben geweest,
met opzet niet, zoals Sørens graf
in Kopenhagen. Toen ik de straten zag,
met hun duffe nabootsing van al die
andere straten, ging ik liever naar Dragør,
dat aangeharkte dorpje met zijn bloemen
en oude dakpannen, dat lag afgetekend
langs de Oostzee, dat obsolete water.

Ze hadden gedaan wat ze konden
om hem te verankeren met alle gewicht
van nationale eerbiedwaardigheid,
dat is waar. Ik dacht me in
hoe groot zijn grafsteen was, het marmer
dat zijn beenderen plette; maar zou hij er
geweest zijn om de bedevaart
van dit zwoegende lichaam
te ontvangen, een paar maanden terug,
als ik toch was gegaan?
Wat brengt mensen ertoe een grote geest
te verwerpen, en later te denken dat deze
terugkeert, verenigd met de lijkwade
die ze ervoor hebben klaargelegd?
Het is het Lucas-evangelie dat ons
waarschuwt om niet tussen de doden
te scharrelen als er levenden zijn – dus dein ik
met hem mee in zijn boeken,
hand aan hand, zoals een kind
met zijn vader, soms stilstaand om te staren,
zoals hij ooit deed, naar het geestelijk vaderland.

[Toevoegingen en correcties 16 februari]

Oorspronkelijk gedicht:

A Grave Unvisited

There are places where I have not been;
Deliberately not, like Soren’s grave
In Copenhagen. Seeing the streets
With their tedious reproduction
Of all streets, I preferred Dragort,
The cobbled village with its flowers
And pantiles by the clear edge
Of the Baltic, that extinct sea.

What they could do to anchor him
With the heaviness of a nation’s
Respectability they have done,
I am sure. I imagine the size
Of his tombstone, the solid marble
Cracking his bones; but would he have been
There to receive this toiling body’s
Pilgrimage a few months back,
Had I made it?
What is it drives a people
To the rejection of a great
Spirit, and after to think it returns
Reconciled to the shroud
Prepared for it? It is Luke’s gospel
Warns us of the danger
Of scavenging among the dead
For the living – so I go
Up and down with him in his books,
Hand and hand like a child
With its father, pausing to stare
As he did once at the mind’s country.


  1.  Zie ook William Virgil Davis, R.S. Thomas. Poetry and Theology, Waco, Texas: Baylor University Press 2007, hfdst. R.S. Thomas and Søren Kierkegaard, p.123-142. 
  2. Deze verzen luiden in de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV): “Maar op de eerste dag van de week gingen ze bij het ochtendgloren naar het graf met de geurige olie die ze bereid hadden. Bij het graf aangekomen, zagen ze echter dat de steen voor het graf was weggerold, en toen ze naar binnen gingen vonden ze het lichaam van de Heer Jezus niet. Hierdoor raakten ze helemaal van streek. Plotseling stonden er twee mannen in stralende gewaden bij hen. Ze werden door schrik bevangen en sloegen de handen voor hun ogen. De mannen zeiden tot hen: “Waarom zoekt u de levende onder de doden?”