Tagarchief: Allerheiligen

Allerzielen – Louise Glück

Louise Glück – © Nobel Prize Outreach. Photo: Daniel Ebersole

Louise Glück (1943 –) is een Amerikaanse dichter (van joodse afkomst) die in 2020 de Nobelprijs voor literatuur won. Ze doceert Engels aan Yale University. Toen ze jong was leed ze een tijdlang aan anorexia nervosa, een ziekte die ze overwon. Ze is twee keer getrouwd geweest en heeft een zoon.

Haar thematiek is gericht op verlatenheid, de overwinning van trauma, verlies en relaties die mislukken. Een strenge zelfanalyse verschaft haar vaak de motieven die in haar gedichten een rol spelen. Ze bereikt vaak een grote luciditeit in haar verzen. Ze is er goed in om de natuur te bezielen.

De vorm van haar gedichten is betrekkelijk vrij – dat wil zeggen ze schrijft meestal geen gebonden poëzie. Maar de emotionele sequentie van de gedichten, ondersteund door de klank, is altijd sterk.

Het hier vertaalde gedicht heet All Hallows. Dat wordt meestal vertaald met Allerheiligen. In Engelstalige streken is Allhallowtide een periode die All Saints’ Eve (Halloween), All Saints’ Day (All Hallows’) and All Souls’ Day omvat. In dit geval lijkt de vertaling Allerzielen mij het meest passend.

Het little one in de op-een-na-laatste zin heb ik nogal vrij vertaald. Ik hoop dat het de bedoeling nabij komt.

Het gedicht is evocatief en roept een avond op die bepaald niet alleen idyllisch is. Allerzielen is natuurlijk ook de gelegenheid om aan de doden te denken, aan alle doden die er ooit geweest zijn.

Er is wel getwist of ze tot de Confessional Poets moet worden gerekend. Ik zou dat zeker niet doen: uiteraard gebruikt ze wat ze heeft doorleefd in haar poëzie, maar haar motieven zijn vaak ontleend aan de natuur, of ze zijn van mythologische aard. Ze slaagt er uitstekend in om haar thema’s universeel te maken.

Uit een bespreking van Louise Glück, American Originality. Essays on Poetry (2017) door Nathaniel Rosenthalis onder de titel A Great Poet Writes About the Making of Poetry.
Louise Glück’s criticism has the depth of her poetry
(8 september 2017) citeer ik de volgende passage (de ingesprongen alinea is een – ingekort – citaat van Glück):

Afbeelding afkomstig uit de genoemde bespreking

Het gedicht is overgenomen van de website van Poetry Foundation. Het werd gepubliceerd in The First Four Books of Poems (1968).

Geluidsopname:

Geluidsopname van de vertaling – Arie Sonneveld

Vertaling:

Allerzielen

Juist nu komt het landschap samen.
De heuvels worden donker. De runderen
slapen in hun blauwe juk,
de velden zijn al
kaalgegeten, de schoven
netjes opgebonden, opgetast langs de weg
tussen de ganzerik, terwijl de getande maan opkomt:

Dit is het dorre uur
van oogst of pest.
En dan de vrouw die uit het raam hangt
met haar hand uitgestrekt, als om te betalen,
en de zaden
onmiskenbaar, goudglanzend, roepend
‘Kom dan
Kom dan, als je durft’

En de ziel glipt geluidloos uit de boom.

Origineel:

All Hallows

Even now this landscape is assembling.
The hills darken. The oxen
sleep in their blue yoke,
the fields having been
picked clean, the sheaves
bound evenly and piled at the roadside
among cinquefoil, as the toothed moon rises:

This is the barrenness
of harvest or pestilence.
And the wife leaning out the window
with her hand extended, as in payment,
and the seeds
distinct, gold, calling
Come here
Come here, little one’

And the soul creeps out of the tree.