Ode aan de middeleeuwse dichters – W.H. Auden

W.H. Auden – 1971 – Evening Standard – Hulton Archive – Getty Images

De dichter Wystan Hugh Auden (1907-1973) is een van de grootste twintigste-eeuwse dichters in het Engelse taalgebied. Hij stamde uit een anglicaans middle class milieu, studeerde in Oxford, werd al snel de centrale figuur van een groep dichters in de jaren dertig – Louis MacNeiceStephen SpenderChristopher IsherwoodJohn Betjeman – was zich al vroeg bewust van zijn dichterlijke roeping, gebruikte Freud in zijn beginjaren, Marx in de jaren die erop volgden, en keerde op middelbare leeftijd terug naar de christelijke levensovertuiging die hij al van kindsbeen aan kende.

De naam van deze website – The Hidden Law – is vernoemd naar een gedicht van Auden. Elders kunt u veel meer door mij vertaalde gedichten met hun origineel aantreffen.

Het hier vertaalde gedicht is een ode, een lofdicht, een eerbetoon aan middeleeuwse voorgangers, van wie Auden in de openingsregel Geoffrey Chaucer, William Langland, Gavin Douglas en William Dunbar noemt. De laatste twee zijn Schotten en traden op in de late middeleeuwen.

Het gedicht is betrekkelijk vrij van vorm, maar is fraai en precies van taal, en het kent enkele mooie wendingen en een – naar mijn smaak – sterk slotakkoord – waarbij de alliteraties opzet zijn en deel uitmaken van het eerbetoon aan de middeleeuwers.

Kop van Medusa, afkomstig van een van de twee Schepen van Nemi

Met de Gorgonen, enkelvoud Gorgo, worden in de Griekse mythologie Medusa, Stheno en Euryale bedoeld, dochters van de zeegoden Phorcys en Ceto. Zij werden voorgesteld als vrouwen, soms met slagtanden, handen van brons, gouden vleugels en slangen in plaats van haren. Iedereen die hen aankeek werd veranderd in steen.

Een kleine kritische noot: Auden was meer een man van het woord dan een natuuraanbidder, en de judasboom zoals ik die ik ken (ik heb er een in mijn tuin) bloeit ergens in april.

Geluidsopname:

Geluidsopname van de vertaling – Arie Sonneveld

Vertaling:

Ode aan de middeleeuwse dichters

Chaucer, Langland, Douglas, Dunbar, met al jullie
naamloze broeders, hoe slaagden jullie er in
zonder anaesthesie of slangetjes,
en dagelijks geteisterd door heksen, tovenaars,

melaatsen, De Heilige Stoel, uitheemse huursoldaten
die alles platbranden, om toch zo blijmoedig te schrijven,
zonder gekke bekken of zelfbevlogenheid?
Langdradig kon je zijn – maar nooit vulgair,

schunnig maar niet vunzig, met rauwe schimpdichten
die je puur voor je genoegen leest, terwijl onze makers,
omringd door elk denkbaar creatuurlijk gerief,
immuun, naar ze denken, voor elk bijgeloof,

zelfs op hun best vaak gemelijk zijn of lekker
stoutig, versteend door hun gorgonen-ego.
We vragen het ons vaak af, maar ik geloof dat niemand
echt zeggen kan waarom jong en oud

toch zo’n afkeer hebben van onze tijd. Want zonder die zielloze
apparaten konden jullie mijn boekenplanken niet bevolken,
niet klaar staan om m’n oor te strelen, kloekend als een hen
over mijn arme vlees: ik zou dolgraag juist nu

verzen voortbrengen die de lof zingen van een donderende
joviale junimaand als de judasboom in bloei staat,
maar word tegengehouden door het besef
dat die van jullie zo veel beter zouden zijn.

[Omdat het inspringen van regels in WordPress te moeilijk voor mij is, druk ik hierbij ook een afbeelding af met de juiste regelopmaak.]

Origineel:

Ode to the Medieval Poets

Chaucer, Langland, Douglas, Dunbar, with all your
brother Anons, how on earth did you ever manage,
without anaesthetics or plumbing,
in daily peril from witches, warlocks,

lepers, The Holy Office, foreign mercenaries
burning as they came, to write so cheerfully,
with no grimaces or self-pathos?
Long-winded you could be but not vulgar,

bawdy but not grubby, your raucous flytings
sheer high-spirited fun, whereas our makers,
beset by every creature comfort,
immune, they believe, to all superstitions,

even at their best are so often morose or
kinky, petrified by their gorgon egos.
We all ask, but I doubt if anyone
can really say why all age-groups should find our

Age quite so repulsive. Without its heartless
engines, though, you could not tenant my book-shelves,
on hand to delect my ear and chuckle
my sad flesh: I would gladly just now be

turning out verses to applaud a thundery
jovial June when the judas-tree is in blossom,
but am forbidden by the knowledge
that you would have wrought them so much better.

2 gedachten over “Ode aan de middeleeuwse dichters – W.H. Auden

  1. Yde Linsen

    Beste Arie,

    Een mooie en fijne vertaling die ik meerdere keren en zelfs hardop las. Naast het origineel beklijft de vertaling “joviale junimaand als de judasboom in bloei staat,”.

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s