Bidden – Emily Dickinson

Emily Dickinson (1830-1886) was een Amerikaans dichter uit de 19e eeuw. Ze stamde uit een aanzienlijke familie, groeide op in Massachusetts binnen een calvinistische traditie (Puritanisme), was excentriek, leefde teruggetrokken, was angstig en nerveus. Verreweg de meeste gedichten die ze schreef – ongeveer 1800 – zijn pas na haar dood gepubliceerd.

Ze leefde een ongehuwd en teruggetrokken leven, en ze was heel productief. Haar reputatie lijkt tot op de dag van vandaag eerder toe dan af te nemen.

Rond 1845 vond er een religieuze revival plaats in Amherst waar ze opgroeide en woonde. Ze deelde daarin, maar het was een ervaring die niet blijvend was. Na 1852 ging ze nog wel eens naar de kerk, maar niet regelmatig.

In het vertaalde gedicht roept Dickinson de naïeve, egocentrische gebedspraktijk van het kind op.

In de eerste strofe is alles in religieuze harmonie volgens een boekhoudkundige methode. In de tweede strofe blijkt dat de ik-figuur, een kind nog, een beetje hebberig alleen voor zichzelf bidt, aannemend dat de Genade alles wel recht zal breien. Uit het vervolg blijkt dat er vervolgens ontgoocheling is opgetreden, culminerend in de slotstrofe: Een kind denkt al gauw aan bedrog, / Als het ooit een keer is bedrogen.

Het gedicht, waarschijnlijk geschreven rond 1862, is overgenomen uit The Complete Poems of Emily Dickinson, samengesteld door Thomas H. Johnson, p.229-230 (gedicht 476), voor het eerst uitgegeven in 1890.

Het oorspronkelijke gedicht had geen titel. Zowel de titel van het oorspronkelijke gedicht – A Prayer – als de titel van de vertaling – Bidden – zijn dus latere toevoegingen.

(De twee slotwoorden van de openingszin van de vertaling – weinig nodig – zijn beide tweelettergrepig en ze eindigen ook beide op -ig, wat enigszins storend is voor mijn gevoel.)

De zinsnede: “Al hetgeen gij vragen zult, / Gij zeker zult beërven” is ontleend aan de bijbel waarin degene die bidt wordt beloofd dat hij zal krijgen wat hij vraagt. Zie bijvoorbeeld: Mattheüs 7:7-12. Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden. Want een iegelijk, die bidt, die ontvangt; en die zoekt, die vindt; en die klopt, dien zal opengedaan worden.

Deze belofte wordt door mensen die een hekel aan godsdienst hebben vaak zo geïnterpreteerd dat het godsvertrouwen waaruit het gebed voortkomt als een krankzinnigheid tevoorschijn komt.

Dickinson gebruikte vaak een merkwaardige interpunctie; ze werkte vooral met liggende streepjes. Ik heb in vertaling die streepjes niet overgenomen, maar ik heb wel gebruikgemaakt van de aanwijzingen die die streepjes bevatten. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar “ – twinkled – “. In moderne edities wordt dat woord direct achter Judgment geplaatst, zonder streepjes dus, maar die streepjes bevatten wel degelijk belangrijke informatie.

[Ik heb het gedicht verbeterd na kritische opmerkingen van een lezer – W. van Wingerden uit Stedum – waarvoor hartelijk dank.]

Geluidsopname van de vertaling – Arie Sonneveld

Vertaling:

Bidden

Voor mij werd weinig nodig geacht,
iets zinvols, een hemel allicht;
dit zou passen binnen m’n budget,
‘t leven en ik – mooi in evenwicht.

Daar die laatste beiden omvat,
kon het bij ‘t bidden volstaan
slechts voor die ene gunsten te eisen,
genade vulde het vast wel weer aan.

Zo bad ik dan op deze wijs:
O Goede Geest, geeft toch aan mij
een hemel kleiner dan van jou
maar groot genoeg voor mij.

Een lach speelde om Jehova’s mond;
de cherubs werden bang;
grafheiligen knikten stiekem naar mij,
vaak met kuiltjes in hun wang.

Ik ging daar weg, zo gauw ik kon:
‘t gebed kreeg zijn congé;
donkere eeuwen raapten het op,
‘t Oordeel – twinkelend – ging mee,
over een nobele ziel die het bestaat
te geloven zonder reserve
dat “Al hetgeen gij vragen zult,
gij zeker zult beërven.”

En ik, ik speur nu in de lucht
met ietwat wantrouwige ogen:
een kind denkt al gauw aan bedrog,
als het ooit een keer is bedrogen.

Origineel:

A Prayer

I meant to have but modest needs –
Such as Content – and Heaven –
Within my income – these could lie
And Life and I keep even –

But since the last – included both –
It would suffice my Prayer
But just for one – to stipulate –
And Grace would grant the Pair –

And so – upon this wise – I prayed –
Great Spirit – Give to me
A Heaven not so large as yours,
But large enough – for me –

A Smile suffused Jehovah’s face –
The Cherubim – withdrew –
Grave Saints stole out to look at me –
And showed their dimples – too –

I left the Place with all my might –
I threw My Prayer away –
The Quiet Ages picked it up –
And Judgment – twinkled – too –
That one so honest – be extant –
It take the Tale for true –
That “Whatsoever Ye shall ask –
Itself be given You” –

But I, grown shrewder – scan the Skies
With a suspicious Air –
As Children – swindled for the first
All Swindlers – be – infer –

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s