
R.S. Thomas
Ronald Stuart Thomas (1913-2000) was een Welshe dichter die (meestal) in het Engels schreef. Hij was een anglicaans priester die getrouwd was met de schilderes Mildred Eldridge (1909-1991).
Thomas was een enigszins zonderlinge, eenzelvige figuur, een groot liefhebber van het vaak desolate Welshe landschap, een vogelkenner, vaak in verzet tegen een tijdgeest die meer waarde hechtte aan materiële luxe en lichamelijk genot dan aan de geestelijke zaken waar het – in zijn visie – werkelijk om ging. John Betjeman en Kingsley Amis waren bewonderaars. Met Seamus Heaney was hij bevriend.

Welsh landschap
Een aardig artikel over Thomas’ leven en werk is van de hand van Theodore Dalrymple: A Man Out of Time.
Ik verwijs verder naar mijn vorige blogbericht dat een vertaling van ‘Via Negativa’ betrof. Een aantal opmerkingen die ik bij dat gedicht ter toelichting maakte, zijn ook van toepassing op dit gedicht.
Een klein stukje van het gedicht wordt hier voorgedragen door R.S. Thomas op een Amazon-website die de gelijknamige CD met door de auteur zelf voorgedragen gedichten verkoopt.
Het gedicht is te vinden in No Truce With the Furies, Bloodaxe: 1995, p. 45 en in Collected Later Poems, Bloodaxe: 2004, p.249.
In het gedicht dat ik vertaald heb ontbreekt de afsluitende zwevende komma die zou moeten volgen op de zwevende komma waarmee ‘I have lived with nothingness … opent. Ik heb inmiddels navraag gedaan, maar voorlopig heb ik de afsluitende komma aan het eind van het gedicht geplaatst.
Vertaling:
Getreiter
‘O’, zei hij, ‘Ik leef al met zinloosheid
sinds het begrip zijn betekenis verloor.
Ik heb even vaak “ja” gezegd tegen de kosmos
Als de keren dat de echo’s
alsmaar sterker terugkeerden als “nee”.
Mijn negatieven van het goddelijke heb ik
ontwikkeld en hun kunstkleur bewaard
in een album met luchtspiegelingen. Ik weet
dat de verbeelding slechts kan toeven
in een geoxydeerde wereld. De waarheid
is minder adembenemend dan het vacuüm
waarin ze zich terugtrekt. Maar
desalniettemin heb ik het lam
toch even zien dartelen, alsof
het leven iets moois was. Dit, zei ik toen,
is Gods schurkenstreek, diens geknoei
met de balans, waarbij de ene schaal
eerst wordt volgestapeld met kwaad
om hem dan opeens omhoog te laten
schieten, met in de ander een traan
die drupte uit een hardvochtig oog.’
Origineel:
Mischief
‘Oh,’ he said, ‘I have lived with nothingness
so long it has lost its meaning.
I have said “yes” to the universe
so many times its echoes
have returned increasingly as “no”.
I have developed my negatives
of the divine and preserved their technicolour
in a make-belief album. I realise
the imagination is alive only
in an oxygenated world. The truth
is less breath-taking than the vacuum
into which it withdraws. But against
all this I have seen the lamb
gambolling for a moment, as though
life were a good thing. This, I have said,
is God’s roguery, juggling
with the scales, weighting the one
pan down with evil piled
upon evil then sending it suddenly
sky-high with in the other a tear
fallen from the hardest of eyes.’