Rozen

Rozen

Je vouwde
van mijn sidderingen
rode rozen,
rozen die geurden.

Getuite lippen
zonden kleurige bellen
langzaam naar omhoog,
bellen die eindelijk,
zweven konden,
gevuld met huiver.

“Ik geloof
in de regenboog”,
sprak ik ferm,
en strekte
mijn hand
naar haar uit
als een bescheiden
god.

Met onvaste stem
zong ik een lied.

Toen plukte ik
langzaam
de rozen
van haar borsten,
blies zacht
het dons
van haar billen,
en vlijde mezelf,
onder de traag
neerdalende bellen,
geriefelijk
in haar lendenen,
vergenoegd
als een kind.

Wij lachten.
Wij stamelden.
Wij kusten.
Wij ademden.

Wij vergingen
onafwendbaar
in de vlammen
van ons vlees.

“Kom liefste”, riep ik,
“er zijn nog meer bloemen!”

(Eigen werk)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s