Herfstdag – Rainer Maria Rilke

Rainer_Maria_Rilke,_1900

Rainer Maria Rilke (licentie)

Dit gedicht van Rainer Maria Rilke (1875-1926), een belangrijke lyrische dichter in het Duitse taalgebied, is terecht beroemd geworden door de regels:

Wer jetzt kein Haus hat, baut sich keines mehr.
Wer jetzt allein ist, wird es lange bleiben

Het gedicht lijkt een beetje op een sonnet, maar is het niet. Het is geen moeilijk gedicht. Het is een korte bespiegeling bij het einde van de zomer en het intreden van de herfst.

Vertaling:

Herfstdag

Heer, het is tijd. De zomer kon niet fraaier.
Vlij nu uw schaduw over onze zonnewijzers,
en laat uw winden over alle velden waaien.

Beveel de laatste vruchten mooi te zwellen;
gun ze een paar zwoele, zuidelijke dagen,
dwing hen tot rijping en – ten slotte – jaag
de laatste zoetheid in de zware wijnen.

Wie nu geen huis heeft, bouwt geen woning meer.
Wie nu alleen is, zal het heel lang blijven,
zal waken, lezen, lange brieven schrijven,
zal wandelen in de lanen heen en weer,
terwijl de wind de bladeren voort zal drijven.

Origineel:

Herbsttag

Herr, es ist Zeit. Der Sommer war sehr groß.
Leg deinen Schatten auf die Sonnenuhren,
und auf den Fluren laß die Winde los.

Befehl den letzten Früchten voll zu sein;
gib ihnen noch zwei südlichere Tage
dränge sie zur Vollendung hin und jage
die letzte Süße in den schweren Wein.

Wer jetzt kein Haus hat, baut sich keines mehr.
Wer jetzt allein ist, wird es lange bleiben,
wird wachen, lesen, lange Briefe schreiben
und wird in den Alleen hin und her
unruhig wandern, wenn die Blätter treiben.

3 gedachten over “Herfstdag – Rainer Maria Rilke

  1. Ron

    Heer, het is tijd,
    de zomer was een feest
    op veld en beemd – beschaduwd nu
    legt gij uw storm, alsof ’t nooit anders is geweest.

    Laat zijn die laatste vruchten zoet en zat
    vólrijp, door nog twee laatste zonnedagen
    gedreven tot volmaaktheid, tot we ’t wagen:
    de zware wijn vloeit in het eiken vat.

    Wie nu geen thuis heeft, zal het niet meer krijgen
    wie nu alleen is, blijft het meer en meer
    zal – wakend- lezen, lange brieven schrijven
    en gaande langs de lanen steeds maar weer
    rusteloos dolen, tot ’t kiemen der jonge twijgen.

    Like

  2. Arie Sonneveld Berichtauteur

    Mooi gedaan. De tweede strofe loopt wat minder, en dat ‘wagen’ is eigenlijk rijmdwang. Het ‘kiemen van de jonge twijgen’ is erg vrij gekozen, en het heeft iets positiefs wat de slotstrofe niet heeft.

    Like

  3. Pingback: Pierre's Pennenstreken: 'Schuilschilderen' - AALSMEERVANDAAG

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s