
Derk Walcott (Wikimedia Commons)
Joseph Brodsky attendeerde mij eind jaren tachtig op de dichter Derek Walcott in zijn essaybundel Less than One (1985), een bundel die vertaald werd door Kees Verheul en Frans Kellendonk onder de titel Tussen iemand en niemand.
Derek Walcott overleed vandaag, op 17 maart 2017.
In ‘The Walk’ wordt een gekwelde wandeling beschreven:
Vertaling:
De Wandeling
Na een hoosbui ververst de goot gestaag zijn kralen;
deze bomen lekken je onrust als rijkgetooide druipkaarsen,
drup na drup; als het telraam van een kind
rijgen zich parels koud zweet aan hoogspanningsdraden;bid voor ons, bid voor dit huis, leen uws naasten
geloof, bid voor dit brein dat zich afmat,
en het geloof verliest in de meesterwerken die het leest;
na een ontvankelijke dag komen bebloede verzen,regel na regel afgestroopt van het omzwachtelde vlees,
tevoorschijn, rondscharrelend onder een hemel
die doorweekt is als een vaatdoek,terwijl de katten geeuwen achter hun raamkozijnen,
leeuwen in zelfverkozen kooi,
die toch niet verder reikt dan de beparelde poort
van een naaste buur. Hoe vreselijk is jouw eigentrouw, o hart, o ijzeren roos!
Lijken je daden niet meest op keukenmeidenromans,
scènes uit drassige soapseries die het leven
nader komen dan het jouwe? Alleen de pijn,de pijn is echt. Hier komt je leven op neer,
de gebalde vuist van een kluit bamboe
die de bloei laat ontglippen, een spoor
dat sissend door de verregende campusrimboevoert: laat alles los, het werk,
de pijn van een kort leven. Ontsteld ga je weg;
jouw huis, een opdoemende leeuw, klauwt je terug.

Joseph Brodsky (Wikimedia Commons)
Origineel:
The Walk
Collected Poems 1948-1984, p. 138-139After hard rain the eaves repeat their beads,
those trees exhale your doubt like mantled tapers,
drop after drop, like a child’s abacus
beads of cold sweat file from high tension wires,pray for us, pray for this house, borrow your neighbour’s
faith, pray for this brain that tires,
and loses faith in the great books it reads;
after a day spent prone, hemorrhaging poems,each phrase peeled from the flesh in bandages,
arise, stroll on under a sky
sodden as kitchen laundry,while the cats yawn behind their window frames,
lions in cages of their choice,
no further though, than your last neighbour’s gates
figured with pearl. How terrible is your ownfidelity, O heart, O rose of iron!
When was your work more like a housemaid’s novel,
some drenched soap-opera which gets
closer than yours to life? Only the pain,the pain is real. Here’s your life’s end,
a clump of bamboos whose clenched
fist loosens its flowers, a track
that hisses through the rain-drenchedgrove: abandon all, the work,
the pain of a short life. Startled, you move;
your house, a lion rising, paws you back.