Walt Whitman (1819-1892) was een bijzondere Amerikaanse dichter die leefde in de negentiende eeuw. Hij wordt wel beschouwd als de aartsvader van het vrije vers, en de voornaamste dichtbundel waaraan hij zijn hele leven is blijven schaven is Leaves of Grass.
De titel Leaves of Grass bevat een inside joke, een grapje voor ingewijden. De titel zelf betekent ‘gras-sprietjes’ en dat geeft een bescheiden, liefelijke sfeer. Elk sprietje is anders, maar een weide is een eenheid. Maar ‘grass’ was ook in 19e-eeuwse uitgeverskringen een negatieve term om waardeloze rommel mee aan te duiden. En ‘leaves’ zijn uiteraard ook bladzijden. Overigens is ‘Blades of Grass’ veel gebruikelijker dan ‘Leaves of Grass’.
Een aardig stuk in het Nederlands over Walt Whitman is van de schrijver en vertaler Thomas Heij: Sprietjes en velden – De woorden van Walt Whitman.
Whitman kwam uit een Quaker-gezin. Zijn vader was van Engelse afkomst zijn moeder van Nederlandse afkomst. Zijn vorming was grotendeels autodidact.
Ik kreeg de bundel Leaves of Grass van mijn stiefdochter op mijn 60e verjaardag – onlangs dus. Het is een mooie editie met goud op snee. Ik kende Whitman nog niet goed, en dat maakt het cadeau extra waardevol.
Whitman was in veel opzichten een geestdriftige, en hij bezong het democratische Amerika vaak met hartstocht. Ik ben nog wel benieuwd of het volgende gedicht, nu Amerika zich zo ondemocratisch, isolationistisch en bigot lijkt op te stellen, in onze dagen nog vaak wordt geciteerd:
America
Centre of equal daughters, equal sons,
All, all alike endear’d, grown, ungrown, young or old,
Strong, ample, fair, enduring, capable, rich,
Perennial with the Earth, with Freedom, Law and Love,
A grand, sane, towering, seated Mother,
Chair’d in the adamant of Time.
Enfin, het vertaalde gedicht Miracles heeft weinig toelichting nodig. Het is één grote opsomming – de meest elementaire en pure vorm van poëzie – om duidelijk te maken dat al wat bestaat een wonder is, een wonderbaarlijke zaak.
De opsomming zelf heeft iets extatisch, maar de taal is betrekkelijk eenvoudig – wat een merkwaardig effect heeft op een versgevoelig oor.
Het betreft duidelijk een ongebonden vers, al zijn de veelvuldige herhalingen natuurlijk wel een teken van enige vormvastheid.
Miracles is te vinden op p. 385/86 van mijn editie van Whitmans gedichtenbundel:
Walt Whitman, Leaves of Grass (introd. Kern Mondschein, PhD), San Diego: Canterbury Classics 2018.
Geluidsopname
Vertaling
Wonderen
Wie maakt zich druk om wonderen, en waarom?
Wat mij betreft zijn er alleen maar wonderen,
Of ik nu loop door de straten van Manhattan,
Of mijn blik werp naar de lucht boven de daken van huizen,
Of met blote voeten op het strand waad vlak achter de vloedlijn,
Of sta onder de bomen in het bos,
Of overdag praat met een van hen die ik liefheb, of ’s nachts in bed lig met een van hen
die ik liefheb,
Of zit aan een tafel met de anderen,
Of kijk naar vreemdelingen in tegemoetkomende auto’s,
Of honingbijen gadesla die op een zomerse voormiddag druk zijn om de korf,
Of dieren die voedsel zoeken in het veld,
Of de vogels, of de pracht van insecten in de lucht,
Of de pracht van de zonsondergang, of van de sterren die zo stil en helder schijnen,
Of het schitterende en verfijnde boogje van een beginnende maan in het voorjaar;
Deze en andere dingen, elk en allemaal – het zijn wonderen voor mij,
Elk afzonderlijk en op zijn plaats, maar verwijzend naar het geheel.
Voor mij is elk licht, elk donker uur een wonder,
Elke kubieke centimeter van de ruimte is een wonder,
Elke vierkante meter van het aardoppervlak is ermee bedekt,
Elke halve meter van wat daaronder zit wemelt ervan.
Voor mij is de zee een onafgebroken wonder,
De vissen die zwemmen – de rotsen – de beweging van golven – de schepen met
mensen erin.
Zijn er ergens nog gekkere wonderen?
Origineel
Miracles
Why, who makes much of a miracle?
As to me I know of nothing else but miracles,
Whether I walk the streets of Manhattan,
Or dart my sight over the roofs of houses toward the sky,
Or wade with naked feet along the beach just in the edge of the water,
Or stand under trees in the woods,
Or talk by day with any one I love, or sleep in the bed at night with any one I love,
Or sit at table at dinner with the rest,
Or look at strangers opposite me riding in the car,
Or watch honey-bees busy around the hive of a summer forenoon,
Or animals feeding in the fields,
Or birds, or the wonderfulness of insects in the air,
Or the wonderfulness of the sundown, or of stars shining so quiet and bright,
Or the exquisite delicate thin curve of the new moon in spring;
These with the rest, one and all, are to me miracles,
The whole referring, yet each distinct and in its place.
To me every hour of the light and dark is a miracle,
Every cubic inch of space is a miracle,
Every square yard of the surface of the earth is spread with the same,
Every foot of the interior swarms with the same.
To me the sea is a continual miracle,
The fishes that swim—the rocks—the motion of the waves—the ships with men in
them,
What stranger miracles are there?


