Dit is het eerste deel van een driedelige serie over de Sokal-affaire en het boek dat Sokal en Bricmont daarover geschreven hebben: Intellectual Impostures – intellectuele schijnbewegingen.
In 1996 verscheen een artikel van Alain Sokal in het lentenummer van het tijdschrift Social Text. Het was een opzienbarende ‘hoax’, en de titel luidde Transgressing the Boundaries: Towards a Transformative Hermeneutics of Quantum Gravity. Het nepartikel deed destijds veel stof opwaaien.
Social Text is een vrij bekend sociaalwetenschappelijk tijdschrift dat zich – zeker destijds – als postmodernistisch afficheerde. De titel van het artikel is al volstrekte nonsens, uiteraard, maar het gehele artikel was bovendien één grote gewichtig klinkende aaneenschakeling van absurditeiten, nonsensicale citaten uit het werk van bekende sociaalwetenschappelijke, literatuurwetenschappelijke en filosofische auteurs. Maar het werd wel in het tijdschrift gepubliceerd. Op de publicatiedatum onthulde Sokal meteen dat het een hoax betrof. De affaire staat bekend als de Sokal-affaire.
Sokal is een Amerikaans hoogleraar in de wiskunde en natuurkunde, die zich enorm had geërgerd aan de manier waarop postmodernistische filosofen als Bruno Latour, Julia Kristeva, Jean Baudrillard, Jacques Lacan, Luce Irigaray, Gilles Deleuze natuurwetenschappelijke begrippen gebruikten om hun inzichten te illustreren, zonder dat ze zich ook maar enigszins bekommerden om de betekenis van die begrippen. Ze leken deze begrippen vooral te gebruiken om indruk te maken.
In 1997 verscheen in Frankrijk Impostures Intellectuelles – intellectuele schijnbewegingen – een boek dat in 1998 vertaald werd als Intellectual Impostures, geschreven door Alain Sokal en Jean Bricmont. Bricmont is een Belgisch theoretisch natuurkundige.
Ik las de Engelse vertaling die enigszins verschilt van de Franse editie – onder andere ontbreekt het hoofdstuk over Henri Bergson omdat de auteurs dat hoofdstuk van minder belang achtten voor de Engelstalige academische wereld.
In hun voorwoord proberen de auteurs een aantal misverstanden de pas af te snijden. Het is geen aanval tegen ‘links’, het is geen integrale afkeuring van de sociale wetenschappen, het behelst geen afkeer van multiculturalisme, het is zelfs geen debat over de merites van het werk van de aangevallen auteurs. Wat Sokal en Bricmont wel probeerden te laten zien is dat de natuurwetenschappelijke citaten waarvan de aangevallen auteurs zich bedienen vaak geen enkele betekenis hebben in de context waarin ze gebruikt worden, dat er op groteske wijze misbruik wordt gemaakt van de gehanteerde begrippen, dat er bovendien geen enkel aannemelijk argument wordt aangevoerd waarom die natuurwetenschappelijke begrippen in een sociaalwetenschappelijke, literatuurwetenschappelijke of filosofische context überhaupt nodig zijn.
Een tweede doel van het boek is om te laten zien dat het kentheoretisch relativisme dat vrij algemeen is in de Engelstalige wereld niet deugt. Wetenschap is wel degelijk meer dan een ‘mythe’, een ‘narratief’, een ‘sociaal construct’ temidden van vele andere mythes, narratieven, sociale constructen.
[De komende dagen zal ik af en toe een vervolg op deze inleiding publiceren, hier op mijn kleine website.]

