Gérard de Nerval (1808-1855) is het pseudoniem van de Franse dichter Gérard Labrunie die een voorname vertegenwoordiger was van de Franse romantiek. Hij leefde een veelbewogen leven in de eerste helft van de negentiende eeuw.
[Kleine excursie: hierbij moet misschien wel bedacht worden dat vrijwel iedereen in die tijd van Verlichting en Romantiek, Napoleontische oorlogen, politieke woelingen en bovendien een geneeskunst die niet tot heel veel in staat was, veelbewogen levens leidde, zeker als je die vergelijkt met ons eigen gezapige welvaartsbestaan waaraan soms alleen nog door hyperbolen, zelfbedwelming en rare gedragingen enige betekenis kan worden geschonken.]
Gérard de Nerval ging om met de groten van zijn tijd, schreef romans, toneelstukken en gedichten. Hij introduceerde de Duitse romantici in Frankrijk, en werd geprezen door Goethe. Hij was bevriend met Heine, en stierf zeer waarschijnlijk door zelfmoord.
Het onderhavige gedicht was een vertaalopdracht voor de competitie die Nederland Vertaalt heet (2023). Mijn vertaling is niet in de prijzen gevallen. Hier vindt u de genomineerde vertalingen.
De verwijzing naar Hugo betreft het boek Notre-Dame de Paris (1831). Het werd uiteraard geschreven door de romanticus Victor Hugo, en het werd in het Nederlands vertaald als De klokkenluider van de Notre Dame.
Hierbij een geluidsopname van de vertaling:
Vertaling:
De Notre-Dame van Parijs
Die oude Notre-Dame – wie weet of mettertijd
kraamvrouw Parijs haar naar haar graf begeleidt.
Duizend jaar is niets; ooit zal de Tijd haar belagen,
zoals een wolf een rund: zware, knokige resten,
de ijzeren snaren verwrongen, zodat hij ten leste
in droeve stilte aan het rotsig karkas zal knagen.
Van over de hele wereld zullen mensen komen
om de kale ruïne te bepeinzen, weer te dromen
van de taferelen die Hugo had ontboden:
– ze zullen menen iets te zien van de basiliek
zoals ze ooit was, machtig en magnifiek,
voor hen oprijzend als de geest van een dode!
Origineel:
Notre-Dame de Paris
Notre-Dame est bien vieille: on la verra peut-être
Enterrer cependant Paris qu’elle a vu naître;
Mais, dans quelque mille ans, le Temps fera broncher
Comme un loup fait un bœuf, cette carcasse lourde,
Tordra ses nerfs de fer, et puis d’une dent sourde
Rongera tristement ses vieux os de rocher!
Bien des Hommes, de tous les pays de la terre
Viendront, pour contempler cette ruine austère,
Rêveurs, et relisant le livre de Victor:
– Alors ils croiront voir la vieille basilique,
Toute ainsi qu’elle était, puissante et magnifique,
Se lever devant eux comme l’ombre d’un mort!

