Winkelvoorraad – Konstantínos Kafávis

Inleiding
Konstantínos Kafávis (1863-1933) wordt beschouwd als de grootste moderne dichter van Griekenland. Hij werd in Alexandrië geboren als negende kind van een welgesteld koopmansgezin. Hij heeft een tijdlang in Engeland gewoond, maar keerde weer terug naar Griekenland. Hij was homoseksueel en had goede, maar weinig opvallende banen.

Zijn thema is het contrast tussen intense artistieke en lichamelijke genietingen en de voorbijgaande aard van alles wat zo groots en meeslepend lijkt, maar in wezen zo vergankelijk is. Hij gebruikt daartoe scènes uit de oudheid, maar hij slaagt er altijd in door zijn onopgesmukte stijl en zijn waarachtigheid dit thema heel dichtbij de lezer te brengen. Ithaka en Alexandrië zijn voor hem metaforen voor het leven zelf. Dat in dit gedicht Ithaka een metafoor is, houdt Kafávis aanvankelijk impliciet, al maakt hij het aan het eind wel duidelijk. Het lijkt een verhaaltje, maar wie enigszins versgevoelig is, voelt de enorme intensiteit van zo’n gedicht.

Hij gebruikte oudgrieks en moderngrieks door elkaar in zijn poëzie, een eigenschap die de vertaler in de moderne Europese talen niet kan nabootsen. In zijn vroege gedichten kwam soms nog onregelmatig rijm voor, later liet hij dat steeds meer los. De versregels hebben soms een jambisch metrum, maar heel vaak houdt hij zich ook daar niet strak aan.

Het gedicht
Het gedicht beschrijft hoe een juwelier annex edelsmid zijn mooiste creaties apart houdt voor zichzelf omdat ze het beste vertegenwoordigen wat hij in huis heeft, het meest gedurfde is wat hij kon maken, het diepste vertegenwoordigen wat hij kent. Aan klanten verkoopt hij zeker wel prachtige dingen maar het kostbaarste wat hij bezit verkoopt hij niet.

Zoals bijna altijd bij Kafávis wordt met een centrale metafoor in vrij gewone woorden beschreven wat de kern is van zijn – en vaak ook onze – menselijkheid. Het mooiste wat wij hebben is verborgen, blijft in een kluis liggen, is niet te koop. Hij maakt de intensiteit van onze kern voelbaar zoals maar weinig andere dichters dat kunnen.

Ik beheers geen Grieks, en ik heb dus eigenlijk gedaan wat niet mag. Aan de hand van een drietal vertalingen, twee Nederlandse en een Engelse, heb ik een eigen vertaling gemaakt. Mijn enige verontschuldiging is dat ook vertalers van naam en faam soms gebruik maken van de vertalingen van anderen die de taal wel beheersen. De gebruikte Engelse vertaling behoort overigens tot de hoogst gewaardeerde vertalingen in het Engelse taalgebied.

In Frankrijk heeft Marguerite Yourcenar de gedichten vertaald, met hulp van iemand die het Grieks goed beheerste – zo ziet u maar.

Ik heb in dit geval een vertaalpoging gewaagd omdat ik hoopte nog iets te kunnen toevoegen: ik wilde het gedicht nog wat natuurlijker in het Nederlands laten klinken zonder de nuances uit het oog te verliezen. Maar vertalen is natuurlijk ook altijd de intiemste manier om een gedicht nabij te komen.

Ik heb gebruik gemaakt van de volgende vertalingen: (1) Vertaling Hans Warren en Mario Molegraaf; (2) Vertaling G.H. Blanken (zie bron [1]); (3) Vertaling Edmund Keeley en Philip Sherrard.

Bronnen: ik heb de volgende publicaties en websites geraadpleegd:

  1. K.P. Kafávis, Verzamelde gedichten (vert. G.H. Blanken), Amsterdam: Polak & Van Gennip 1977, dl.1, p.85
  2. Dertig gedichten Konstantinos P. Kaváfis (Vertaling Hans Warren en Mario Molengraaf), De Tweede Ronde, jrg. 4 (1983) – deze door dbnl gedigitaliseerde publicatie bevat ook het Griekse origineel
  3. Wim Hottentot Niet helemaal gespeend van Grieks’Maatstaf, Jrg. 32 (1984)
  4. W.H. Auden, Forewords and Afterwords, New York: Vintage Books 1974, p.333-444
  5. Joseph Brodsky, Less than One, New York: Farrar Strauss Giroux 1986, p.53-68
  6. Website Onassis: For the Shop – Vertaling Edmund Keeley en Philip Sherrard

Geluidsopname

Geluidsopname van de vertaling – Arie Sonneveld

Vertaling

Winkelvoorraad

Hij wikkelde ze keurig en met zorg
in kostbare groene zijde.
Rozen van robijn, lelies in parelschikking,
violen van amethyst: ze vormen zijn beeld van schoonheid,
zijn verlangen – niet zoals hij ze zag in de natuur,
niet als in boeken. Hij zal ze in de kluis laten
als blijk van zijn durf, zijn kunstvaardigheid.
En telkens als er een klant in de winkel komt,
haalt hij andere dingen tevoorschijn – de mooiste sieraden:
armbanden, halssnoeren, kettinkjes, ringen.

Origineel

Bron: Dertig gedichten Konstantinos P. Kaváfis (Vertaling Hans Warren en Mario Molengraaf)

De gebruikte vertalingen zijn (1) Vertaling Hans Warren en Mario Molegraaf; (2) Vertaling G.H. Blanken (Verzamelde gedichten, dl.1, p.85); (3) Vertaling Edmund Keeley en Philip Sherrard.

Plaats een reactie